Mijn grootste ergernis in de stad is, dat ik om de zoveel meter ongevraagd wordt aangesproken door iemand, die wat aan te bieden heeft of wat van mij wil weten.
Ik vraag me af of dat niet anders kan.
We maken ons – zeer terecht trouwens – druk over de kwaliteit van de binnenstad. We denken na over de bereikbaarheid. We maken ons zorgen over het fiets parkeren. We zijn druk bezig met het vraagstuk waar-laat-ik-mijn-auto. Honden mogen in de binnenstad niet.
En dit allemaal om het winkelen zo aantrekkelijk mogelijk te maken en te houden.
En dan komen we al die lieden tegen, die wat van ons willen hebben. Ik vergeleek dat deze week met een boek dat ik heb gekocht. Ik verheug me op het lezen. En als ik ga lezen kom ik steeds niet verwachte advertenties tegen.
Met andere woorden, ik kies er niet voor en toch krijg ik er mee te maken.
Het instrument om er wat aan te doen, is de APV. In de APV (algemene plaatselijke verordening) worden zaken geregeld die moeten helpen het samenleven in Zwolle aantrekkelijk te houden (te maken).
Ik heb niet de indruk, dat het onder een bestaand artikel is te ‘vangen’. Of het zouden de artikelen 2.4.6 (hinderlijk gedrag op of aan de weg) en 2.4.8 (hinderlijk gedrag bij of in gebouwen) moeten zijn. Ik vind ze niet specifiek genoeg.
Zou artikel 426bis van het wetboek van Strafrecht soelaas bieden?
Citaat: “ Hij die wederrechtelijk op de openbare weg een ander in zijn vrijheid van bewegen belemmert of met een of meer anderen zich aan een ander tegen diens uitdrukkelijk verklaarde wil blijft opdringen of hem op hinderlijke wijze blijft volgen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie”.
Ik denk dat dit artikel ook onvoldoende uitkomst biedt. Blijkbaar mag je je wel opdringen, maar mag je dat niet blijven doen.
In Groningen hebben ze een artikel in de APV opgenomen.Het gaat om het volgende artikel:
”Artikel 2.1.3.1 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken /afbeeldingen of het uitdelen van goederen om niet.
1 Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen of voor handelsdoeleinden goederen om niet onder het publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken op of aan een beperkt aantal door het college aangewezen wegen of gedeelten daarvan.
2 Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren.
3 Het verbod geldt niet voor het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen.
4 Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
Wat in Groningen kan, moet in Zwolle toch ook mogelijk zijn, zou je denken.
John van Boven