“Helaas heeft het weinig zin om per mail een zinvolle bijdrage te leveren, stellen de respectieve fractievoorzitters Compagner, Rijke en Dogger, ‘omdat we geen enkel idee hebben van de stand van zaken van de onderhandelingen’. Rots schreef dat ze zich er ‘niet bij voorbaat’ bij neerlegde dat de college-onderhandelingen ‘eigenlijk per definitie achter de schermen plaatsvinden’.”
Bovenstaand citaat komt ut de brief van CDA, GL en SW aan de fractievoorzitter van de ChristenUnie.
Het is de moeite waard na te denken over de vraag of dit past in het proces van onderhandelen.
Het onderhandelingsproces kent, grofweg, twee fasen: de informatie en de formatie.
Informatie
Tijdend de informatie inventariseert de informateur de wensen, de onopgeefbare standpunten en de standpunten waarover onderhandeld kan worden.
Doel: komen tot een stabiele coalitie. Wordt er ruimte aan de ander gegund, is er voldoende vertrouwen.
Deze fase eindigt in een voorstel van de informateur: hij noemt partijen, waarvan hij vindt dat die voldoende vertrouwen in elkaar hebben en die kunnen komen tot een coalitieakkoord.
Daardoor ontstaat coalitie en oppositie.
Anders gezegd: partijen met overbrugbare standpunten en partijen waarvoor dat niet geldt.
Formatie
Dan start de tweede fase: de formatie. Onderhandelen over de inhoud van het akkoord.
Dat kan trouwens op meerdere manieren. Eindeloos onderhandelen totdat er een nietszeggend akkoord is. Of elkaar de ruimte gunnen voor inbreng van voor elke partij belangrijke punten. Die opnemen in het akkoord en dat ook als coalitiepartijen verdedigen.
Zo is het vier jaar geleden gegaan. Wat mij betreft (ervaring van 3 keer onderhandelen) was dat de prettigste manier en goed voor het onderlinge vertrouwen.
De dossiers, genoemd in het akkoord, komen op de agenda en dan kan de raad, coalitie en oppositie, haar inbreng leveren in het debat.
Oppositie
Tegen deze achtergrond vind ik het merkwaardig, dat oppositie-partijen in een open brief verlangen dat er een fase komt waarin zij mee kunnen onderhandelen.
Het verschil tussen oppositie en coalitie als resultaat van de informatie brengt met zich dat beoogde coalitiepartijen het akkoord schrijven. Daarbij moet er niet alleen ruimte zijn voor elk van de coalitiepartijen, maar ook voor de inbreng van de raad.
Tijdens de formatie onderhandel je dus niet met de oppositie. Dat kan gebeuren tijdens het debat over het collegeakkoord. Ik ben er voorstander van, dat amendementen kunnen worden ingediend om het akkoord aan te passen of aan te vullen.
Burgers
In deze fase zie ik geen ruimte voor burgers. Die hebben gestemd wat heeft geleid tot de verhoudingen in de raad. Wel moeten ze een grote rol krijgen bij de behandeling van de dossiers later in de collegeperiode.
Verantwoordelijkheden
Het verzoek in de open brief doet wat mij betreft onvoldoende recht aan de verschillende verantwoordelijkheden op verschillende momenten.