De diversiteit aan emotie over wat er in Griekenland gebeurt valt me op.
Ik denk dat het te maken heeft met de insteek die je kiest.
Ik zie twee relaties.
De eerste is de relatie tussen Griekenland (de regering) en de Grieken.
De twee is die tussen de EU en Griekenland (de regering).
Griekenland is verantwoordelijk voor haar inwoners. Dat houdt onder andere in, dat er geldverkeer mogelijk is tussen de Grieken en de banken en tussen Grieken onderling. Dat vraagt een zekere hoeveelheid geld, die dat verkeer mogelijk moet maken.
Dat geld is er om allerlei redenen niet.
De regering moet dus terugvallen op instanties die Griekenland een lening kunnen geven.
Zo komen we bij de tweede relatie, die tussen de EU (en nog wat instanties) en de Griekse regering.
Er is een zekere verplichting vanuit het EU-lidmaatschap van Griekenland.
Maar die verplichting is niet vrijblijvend.
De EU wenst vanzelfsprekend garanties voor de lening.
Lenen is niet hetzelfde als gewoon overmaken. Er moet uitzicht zijn op terugbetalen van de lening.
En daar zit wat mij betreft het springende punt. De Griekse regering zit klem tussen haar verkiezingsbeloften en de gevraagde garanties door de geldverstrekker.
Wat de verstrekker vraagt, middels bezuinigingen, krijgt de regering niet zonder gezichtsverlies over de toonbank.
Redeneer je vanuit het belang van de individuele Griek, dan vindt je de houding van Dijsselbloem en de zijnen spijkerhard en wellicht onmenselijk.
Redeneer je vanuit de verantwoordelijkheid voor besteding van de middelen (bijv via de behoorlijk substantiële leningen) dan ben je het eens met het optreden van Dijsselbloem cs.
Eigenlijk moet je oordelen over de Griekse regering aan de hand van de vraag of ze er alles aan gedaan heeft om middelen beschikbaar te krijgen voor het herstel van de Griekse financiële huishouding.