Ik schreef al eerder een stukje over schriftelijke vragen: https://johnvanboven.com/2013/06/24/kosten-schriftelijke-vragen/
Ik was benieuwd in welke frequentie de Zwolse fracties het instrument schriftelijke vragen hebben gebruikt in deze collegeperiode. De Raadsgriffie was behulpzaam bij het krijgen van de informatie. Voor de duidelijkheid, het gaat dus om de periode april 2014 tot nu toe.
Dat levert het volgende lijstje:
PvdA 35
VVD 35
CU 18
D66 27
Collegepartijen 115
CDA 25
GL 24
SW 18
SP 45
Oppositiepartijen 112
Totaal 227 schriftelijke vragen
Een ander beeld dan in 2013. Toen stelden de collegepartijen 58 vragen en de oppositiepartijen 125 schriftelijke vragen. Drie dingen vallen mij op:
1. Het verschil tussen college- en oppositiepartijen is kleiner geworden.
2. In deze periode stelden de collegepartijen tot nu toe meer vragen dan de oppositiepartijen
3. Het totaal aantal vragen is fors toegenomen, van 183 naar 227, een stijging met 24%.
Ik ga me niet te buiten aan duiding.
In 2013 heeft de griffie berekend dat de kosten per vraag zo’n € 1.000 zijn.
De lezer kan zelf uitrekenen welke bedragen er gemoeid zijn met het instrument schriftelijke vragen. (Ik onderdruk de neiging om een vergelijk te maken met de computervergoeding).
Ik eindig zoals ik ook in 2013 ben geëindigd.
“Het recht op vragen stellen is onbetwist, want het is geregeld in het reglement van orde.
Het is evenzo goed gerechtvaardigd je af te vragen of de kosten opwegen tegen het resultaat van de vragen.
Wat mij betreft iets om over na te denken.”