De afgelopen dagen heb ik citaten doorgegeven uit een op zich groot aantal rapporten en brochures.
Wat opvalt is de mate van overeenkomst. Of het nu komt van het ROB, van de VNG, van de WRR, er is een duidelijke grootste gemene deler.
Al verschilt de formulering.
Welke elementen zijn voor mij bij denken over burgerbetrokkenheid van belang?
De volgende:
– Evenwicht tussen legitimiteit en effiency. Effiency is vooral het proces, legitimiteit gaat over het betrokken krijgen van burgers. Het gaat mij dan minder over de manier waarop volksvertegenwoordigers worden verkozen, meer over de vraag op welke manier zij burgers kunnen betrekken bij beleidsvorming.
– De grondhouding: van buiten naar binnen denken, out of the box, kantelen
– Werk meer vanuit een kader dan vanuit een dichtgetimmerd programma, met de kans dat dit programma door de tijd wordt ingehaald.
– Het van ouds verticaal georganiseerd bestuur moet zich, net als de samenleving doet, meer horizontaal orienteren.
– Burgerbetrokkenheid lukt alleen als bestuur en politici de kunst van het loslaten beheersen.
– Belangrijk instrument, de overheidsparticipatietrap: loslaten, faciliteren, stimuleren, regisseren, reguleren. Deze trap lukt alleen in een nieuwe structuur. Nog altijd worden nieuwe elementen – betrokkenheid van burgers bijvoorbeeld – geperst in de huidige structuur. Dat werkt dus niet.
– Denk dus vanuit burgers.
– Neem burgers serieus.
– Omarm maatschappelijke initiatieven, ook al passen ze niet direct in het dichtgespijkerde kader.
-De nieuwe rollen van ambtelijk apparaat (organisatie), college (besttur) en raad (politirk) zijn geduid in VNG-rapport.
In de verscheidenheid aan literatuur zit een grote mate van overlap. Dat vind ik het fascinerende.
Tegelijkertijd blijven we hangen in het voortdurend zeggen hoe het moet.
We moeten op zoek naar de eerste stap, op weg naar realisatie.
Die eerste stap is bepalend voor de slaagkans.
Mijn idee:
Breng een groep mensen bij elkaar die nadenken over de vraag wat de consequentie is voor hun functioneren
– wat betekent het voor de organisatie ( dus een paar beleidsambtenaren)
– wat moet er veranderen in de werkwijze van het college ((oud)-wethouders bijv)
– wat vraagt dat van de raad ((oud)-raadsleden)
Als hierover een beeld is, dit bespreken met de “doelgroep”: betrokken burgers, organisaties.
Ik zie parallellen met wat we ooit hadden, het Sociaal Economisch Forum. Dat dacht na over gewenst economische ontwikkelingen.
Toch maar opnemen in het collegeakkoord, dit voornemen.
Wat ook kan, een groep burgers initieert dit gewoon.